Uniek scheepswrak gevonden bij Terschelling

Uit Wikinieuws

3 april 2019 

In de Noordzee bij Terschelling zijn bergers bij het opruimen van containers, die in de nacht van 1 op 2 januari van de MSC Zoe overboord sloegen[1], op een 16e eeuws scheepswrak gestuit. Het schip was geladen met koperen platen, afkomstig van de rijke Duits-Tsjechische koopmans- en bankiersfamilie Fugger, die waarschijnlijk voor de Antwerpse haven waren bedoeld. Archeologen vermoeden dat het schip rond 1540 is vergaan.

De ontdekking werd bij het Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort bekendgemaakt door minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap).

Deze vondst geeft een belangrijke inkijk in de maritieme geschiedenis van Nederland, omdat het schip een 'gladboordig' type betreft (zogenaamd gangenbouw). Hierbij worden de planken van de scheepsromp 'glad' tegen elkaar gelegd en niet overnaads (deels over elkaar), zoals het geval is met schepen uit de Middeleeuwen. Een voordeel hiervan is dat de schepen groter konden worden en langere afstanden konden afleggen.

In deze zomer, als het weer op zee rustiger is, gaan duikers verder onderzoek doen om te kijken of er nog meer restanten van het schip op de bodem van de Noordzee liggen. Daarna zal de Rijksdienst bepalen wat er verder met de vondst gaat gebeuren.