In-flight abort test Crew Dragon succesvol

Uit Wikinieuws

20 januari 2020 

illustratie van de Crew Dragon die de Falcon 9-raket verlaat

SpaceX heeft gisteren met succes aangetoond dat hun bemande ruimteschip de Crew Dragon in staat is tijdens de vlucht onder de zwaarste omstandigheden van een falende raket weg te vliegen en dat het lanceringsontsnappingssysteem adequaat reageert op het uitvallen van de motoren. Zo’n systeem is wanneer de capsule met bemanning wordt gelanceerd in geval van nood levensreddend.

Zo’n 84 seconden na de lancering op een hoogte van zo’n 19 kilometer liet SpaceX bewust de stuwkracht van de Falcon 9-raket teruglopen op het moment waarop de kracht normaliter maximaal is. Hierop stelde zich een vlucht-afbreeksequentie in werking. De boordcomputer van de Crew Dragon gaf de draagraket het commando de motoren helemaal uit te zetten terwijl de Crew Dragon zich ontkoppelde en met ontsnappingsmotoren van de raket los duwde. Dit gebeurde allemaal binnen een tijdsbestek van 700 milliseconden.

Doordat de draagraket bij het wegvliegen van de ruimtecapsule zijn aerodynamische vorm verloor werd deze enkele seconden later door de botsing met de lucht uit elkaar gerukt en explodeerde de eerste trap. Deze explosie was zo groot dat die werd waargenomen door de radar van een Amerikaanse weersatelliet. De tweede trap bleef intact en explodeerde pas bij het neerstorten in de Atlantische Oceaan.

Weersatelliet GOES 16 pikte de raketexplosie op met zijn radar

De Crew Dragon vloog ondertussen door tot die het hoogste punt van de vlucht bereikte. Daar op zo’n 40 kilometer hoogte werd de kofferbak afgekoppeld waardoor de juiste aerodynamica voor de afdaling ontstond. Enige tijd daarna werden de stabilisatieparachutes ontplooid en daarna de hoofdparachutes. Zo’n tien minuten na de lancering landde de Crew Dragon 32 kilometer van de lanceerplaats van het Kennedy Space Center in de Atlantische Oceaan en konden de bergingstroepen uitrukken.

De Crew Dragon van SpaceX is een van de twee commerciële ruimteschepen die met subsidie van NASA werden ontwikkeld om ruimtevaarders naar het ISS te vervoeren onder het Commercial Crew-programma. De in-flight abort test was de laatste mijlpaal voor de eerste bemande testvlucht: SpX-DM2.

Na afloop van de test hielden SpaceX en NASA een gezamenlijke persconferentie. NASA-directeur Bridenstine opende met de woorden: ’Amerika wil leidend zijn op het gebied van ruimteverkenning. NASA gaat hetzelfde doen wat NASA altijd deed maar dit maal anders, dit maal is NASA de klant’. SpaceX-directeur Elon Musk liet na afloop van de persconferentie in een spontaan gesprek met een aantal journalisten doorschemeren dat vlucht SpX-DM2 waarschijnlijk niet eind februari wordt gelanceerd (zoals eerder gepland) maar pas in het tweede kwartaal van 2020. NASA wil, zo valt uit zijn woorden op te maken, de testvlucht die eerder enkele dagen zou duren verlengen tot een volwaardige ISS-missie. Daarvoor moet de tweekoppige bemanning wel extra trainingen volgen die logischerwijs extra tijd vergen. Dit plan bestond al langer als plan B om vertraging op te vangen. Om het gat tussen die vlucht en de eerste reguliere Commercial Crew-vlucht op te vullen zal NASA nog een keer een stoel aan boord van Russische Sojoez-vlucht naar het ISS kopen. Bridenstine wil het proces niet overhaasten en wel de continuïteit van Amerikaanse bemanning in het ISS garanderen.

Gerelateerd nieuws[bewerken]

Bronnen[bewerken]