"Geen H5N1-besmetting in Rotterdam"

25 augustus 2006

De twee sperweruiltjes die eerder deze maand overleden in Diergaarde Blijdorp zijn wellicht toch niet bezweken aan het H5N1-vogelgriepvirus, zoals eerder werd gedacht. Minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft dit bekendgemaakt. Uit vervolgonderzoeken naar de doodsoorzaak van de twee uiltjes in de Rotterdamse dierentuin kan niet met zekerheid worden afgeleid dat zij inderdaad zijn gestorven aan dit virus. Vandaag zijn de definitieve uitslagen binnengekomen.

In de nacht van 12 op 13 augustus maakte het ministerie van Landbouw bekend dat in Diergaarde Blijdorp twee uiltjes waren overleden, vermoedelijk aan de H5N1-variant van het vogelgriepvirus. Het zou de eerste keer zijn dat deze variant in Nederland is opgedoken. De verdenking werd als eerste vastgesteld door het Wild Life Health Centre in Utrecht. Deze bevindingen werden bevestigd door het laboratorium in Lelystad (CIDC). Het is echter niet gelukt het H5N1-virus te isoleren, waardoor niet kan worden vastgesteld of het daadwerkelijk om H5N1 ging.

De Voedsel en Waren Autoriteit heeft diverse monsters van vogels in Blijdorp laten onderzoeken. Bij geen van de vogels is vogelgriep vastgesteld, ook niet in de directe omgeving van de twee gestorven uiltjes.

De echte doodsoorzaak blijft zodoende onbekend. De dierenverzorgers in Blijdorp kregen uit voorzorg wel medicatie.