Surinaamse bevolking maakt zich zorgen om aflossing schulden

13 mei 2020

In vier jaar tijd, van 2015 tot 2019 tijdens het het tweede kabinet Bouterse, is de schuldenlast van Suriname bijna verdubbeld. Circa twee weken voor de parlementsverkiezingen in Suriname op 25 mei blijkt uit een peiling op de website van het Dagblad Suriname dat 91% van de lezers zich zorgen maakt om de schulden die het land moet aflossen.

Terwijl de economie van Suriname al verzwakt was, werd de druk in januari nog hoger vanwege een schandaal bij de Centrale Bank van Suriname. Toen bleek dat rond de 100 miljoen Amerikaanse dollar was verdwenen die daar door de commerciële banken was geparkeerd. Centralebankdirecteur Robert van Trikt zit om die reden in voorarrest op verdenking van belangenverstrengeling en vervalsing van data van leningen. De procureur-generaal van Suriname wil de minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, eveneens vervolgen maar heeft daar eerst de toestemming van De Nationale Assemblée voor nodig. Hij verdenkt Hoefdraad van tien strafbare feiten.

Vervolgens is daar de coronacrisis in Suriname bij gekomen, met op 13 maart de eerste melding van een SARS-CoV-2-besmetting. Het aantal besmettingen bleef beperkt tot tien en de laatste coronapatiënt werd begin mei genezen verklaard; een persoon liet het leven. Voor de economie van Suriname betekent de crisis niettemin opnieuw een rake klap. Losstaand van alle andere problemen begroot de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) dat de economische daling gemiddeld 5,6 procent zal zijn voor de landen in deze regio.

Er is nog een lichtpuntje, want op 7 januari werd olie gevonden voor de Surinaamse kust. Dit is een kwestie van geduld, omdat het nog vijf tot zeven jaar duurt voordat de eerste opbrengsten hieruit verwacht kunnen worden – meer dan een regeringstermijn lang. De verkiezingen van 25 mei aanstaande zullen de regering opleveren die de tussenliggende periode zal gaan overbruggen. De bevolking verwacht economisch zware jaren.