Gebruiker:A Hooyer/Kladblok

Uit Wikinieuws

Dit is het kladblok van A.Hooyer

Op deze plek ga ik binnenkort vertellen, welke overeenkomst ik heb ontdekt tussen zwaartekracht en corioliskracht


Schijnkracht, gewichtsloosheid , gravitatie en ruimtevaart.[bewerken]


Kijkend naar de kosmos waarin we ons bevinden ontdekken we dat alles wat voor ons zo vanzelfsprekend was, dat in werkelijkheid niet is en dat alle verschijnselen die we waarnemen een onderling verband hebben. We ontdekken ook dat de hele kosmos bestaat uit bewegende systemen, die in bewegende systemen bewegen en daardoor onderling krachten op elkaar uitoefenen. Soms hebben deze systemen en scherpe begrenzing (planeten bv.) soms ook niet Spiraalnevels en bolvormige sterhopen .Tot nu toe hebben we die krachten kunnen meten (gedeeltelijk) maar niet kunnen verklaren en het dus schijnkrachten genoemd . (bv.Corioliskracht en zwaartekracht). Nergens in de kosmos komen rechtlijnige bewegingen voor. Daarom meldde Einstein al, dat de ruimte gekromd is. Hij bedoelde dan ook, dat je in elk punt waar je je paradigma ook kiest, geen rechte lijnen zult ervaren, want je waarnemingspunt is tijdafhankelijk. Om de kosmos te beschrijven, zijn dus vier dimensies nodig (lengte, breedte, hoogte en tijd).


Waarschijnlijk is de kracht die de grote aantrekker op ons uitoefent een schijnkracht, die op dezelfde wijze ontstaat als zwaartekracht en corioliskracht en eveneens te verklaren vanuit het gekozen paradigma. In werkelijkheid bewegen we voor onze waarneming rechtlijnig in een vlak dat loodrecht staat op de richtingsvektor die naar de grote aantrekker wijst. In de kosmos, zou dus nog een plek te ontdekken moeten zijn, waar de sterren uiteen wijken en diametraal daartegenover een plek waar de sterren naartoe lijken te bewegen. apex en antapex . Als we ons op aarde bevinden bewegen we ons in de richting van de grote aantrekker met een versnelling van G m/s2. De gravitatieversnelling die we op aarde ondervinden is ( afhankelijk van de plaats op aarde) g m/s2. In mijn ruimtevaartuig ondervind ik in gewichtloze toestand dus nog een versnelling in de richting van de grote aantrekker van ( (G – ( g aarde + g maan + g zon + g nabije planeten + g ????????)) = (G – x) m/s2. (G – x) wordt afgeschat op 600-1000 km/s2 en is nauwelijks van G te onderscheiden. Dit is eenvoudiger te formuleren.: In gewichtloze toestand ondervind ik nog een versnelling in de richting van Apex van (( G - (som van de gravitatieversnellingen van de bewegende stelsels die deel van mij uitmaken of waarvan ik een bewegend deel ben)).

De grote aantrekker is vele miljoenen lichtjaren van mij verwijderd en zal dus tijdens al mijn toekomstige ruimtereizen nooit bereikt worden. Genoemde (G-x) is nauwelijks te onderscheiden van G en tijdens mijn ruimtereizen zal ik niet ervaren, dat G verandert. Voor mij is dus de verandering van x tijdens mijn ruimtereizen veel ingrijpender. Om deze verandering te kunnen kwantificeren moet ik evenwel rekening houden met een ontelbaar aantal factoren. Het in rekening brengen van de invloeden van de meest nabije grote hemellichamen (zon, aarde en planeten) geeft aanleiding tot het bepalen van de sterkte van het gravitatieveld in de omgeving van de aarde waarbij de zon de functie van “de grote aantrekker “ vervult.

Eerder constateerde ik, dat de kosmos bestaat uit bewegende systemen in bewegende systemen.

De aarde is een ellipsoïde vormig systeem dat rond de zon draait in het planetenstelsel dat beweegt in het zonnestelsel, dat in het melkwegstelsel beweegt, dat in de lokale groep beweegt, die in…….enz enz. Vele van deze bewegende systemen manifesteren zich aan ons in een ellipsoïde vorm . zie ook Heelal heelalVetgedrukte tekst

Bij de bouw van ruimtevaartuigen is het wellicht verstandig ons toe te leggen op deze vorm en heeft deze de meeste kans op succes.

Waar in de kosmos ik me ook bevind, ik zal altijd een versnelling ondervinden. Ik merk dat ook op, omdat mijn lichaam is uitgerust met een uiterst gevoelig instrument n.l. het evenwichtsorgaan waarvan het belangrijkste onderdeel wel is, de drie halfcirkelvormige kanalen waardoor verandering gepaard gaat met prettige of niet zo prettige ervaringen.

Waaruit we weer zien, dat in de kosmos alles met alles te maken heeft en zelfs astrofysica en geneeskunde elkaar overlappen. Misschien zelfs is astrologie een wetenschap met kernen van werkelijkheid.


Definitie van Zwaartekracht. De kracht die het meest alomtegenwoordig is in de kosmos wordt wel de minst begrepen kracht genoemd en nog steeds is de mensheid op zoek, naar een deeltje (het graviton) dat deze kracht zou veroorzaken.

Zonder bekende natuurwetten geweld aan te doen kunnen we voortaan gravitatieversnelling van een massa M formuleren als de som van alle coriolisversnellingen die die deze massa M in de Kosmos ondervindt.

Voor praktische ruimtevaart, blijken de coriolisvernellingen uit het middensegment (tengevolge van nabije hemellichamen) van het grootste belang. Voor de beoordeling of ter plekke leven mogelijk is zijn de kleinste en grootste coriolisversnellingen van groter belang.

De kosmos beweegt. Wij mensen, kunnen ons geen voorstelling maken, van een deeltje dat in de kosmos niet zou bewegen, want uit alle waarnemingen blijkt dat de kosmos als geheel in beweging is. (In beweging in een Hyperkosmos?) De wetten van behoud van impuls en impulsmoment gelden in onze relatieve kosmos waarschijnlijk alleen t.a.v de grote aantrekker als dit een vast punt “ ergens” zou zijn.. Archimedes zei al: “Geef mij een vast punt en ik zal de aarde optillen”.

Maar als er geen vast punt bestaat, is elke theorie in elke omgeving slechts relatief.

De alomtegenwoordige gravitatiekracht is in elke omgeving waarin ik me bevind slechts in benadering te berekenen door de som van alle schijnkrachten die ik in die omgeving ondervind zo goed mogelijk te bepalen.