Donorkinderen mogen DNA-materiaal van Karbaat verzamelen

Klik hier om zelf een nieuwsartikel te schrijven.

2 juni 2017

Donorkinderen mogen DNA-materiaal van Karbaat verzamelen

Veertien donorkinderen hebben van de rechtbank in Rotterdam toestemming gekregen om hun DNA te laten vergelijken met dat van Jan Karbaat, de voormalige vruchtbaarheidsarts die in april dit jaar overleed. Hierbij is onder meer een beroep gedaan op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, waarin staat dat iedereen het recht heeft om te weten wie zijn of haar biologische ouders zijn. Het vergelijken gebeurt met behulp van enkele persoonlijke spullen van Karbaat zoals zijn tandenborstel en scheergerei. De wettige nabestaanden van Karbaat zijn tegen het uitvoeren van de DNA-tests.

Karbaat werkte in de jaren 70 in het Zuiderziekenhuis van Rotterdam. Van 1980 tot 2009 had hij een eigen IVF-kliniek in Barendrecht. Er zijn sterke vermoedens dat hij in zijn tijd als bevruchtingsarts tientallen vrouwen heeft geïnsemineerd met zijn eigen spermazaad, zonder dat iemand hier verder van wist. Daardoor lopen er nu dus tientallen mensen rond die zonder het te weten allemaal halfbroers en -zussen van elkaar zijn, aangezien zij Karbaat als hun aller biologische vader hebben. (Dit zou in theorie ook tot inteelt kunnen leiden.) Van enkele donorkinderen staat nu al vast dat Karbaat hun biologische vader is.

Karbaat genoot tientallen jaren veel aanzien als een autoriteit op het gebied van donorinseminaties. Vanaf 2002 werd echter duidelijk dat hij gegevens van donoren en screenings manipuleerde. Pas nu, na zijn overlijden, komt aan het licht dat de misstanden in werkelijkheid nog veel groter zijn. Postuum heeft hij de titel "schandaalarts" gekregen.