Naar inhoud springen

Beperkte bevoegdheid van De Nederlandsche Bank in de Caribische landen opnieuw bevestigd

Uit Wikinieuws
Klik hier om zelf een nieuwsartikel te schrijven.

3 augustus 2017 

Beperkte bevoegdheid van De Nederlandsche Bank in de Caribische landen opnieuw bevestigd

De Nederlandsche Bank (DNB) heeft zich in de beoordeling van de verzekeringsmaatschappij ENNIA onrechtmatig beslissingsbevoegdheid toegeëigend die toebehoort aan de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS).Dit besliste de rechter in een kort geding op Curaçao dat door de verzekeraar was aangespannen.

ENNIA is actief met drie zelfstandige vestigingen op drie Caribische eilanden. De landen Curaçao en Sint Maarten hebben sinds 2010 hun eigen centrale bank CBCS en het toezicht op Bonaire als bijzondere gemeente wordt door DNB uitgeoefend.

Het vonnis werd al in juni uitgesproken maar bleef lang aan het zicht onttrokken. De partijen zelf willen er geen toelichting op geven. De lokale kranten Antilliaans Dagblad en Amigoe publiceerden deze week delen van het vonnis:

Quote begin
DNB heeft de bevoegdheid van de CBCS in Curaçao te respecteren, wat wil zeggen dat zij het aan CBCS toekomende binnenlandse gezag niet mag doorkruisen.

— Rechter op Curaçao in het kort geding
Quote einde

De zaak speelt omdat de CBCS aan ENNIA drie jaar tijd geeft om solvabiliteitsproblemen op te lossen, terwijl DNB de verzekeraar slechts een half jaar de tijd gaf. Toen de verzekeraar de aanwijzingen van DNB niet tijdig opvolgde, legde die een dwangsom op van € 150.000. De rechter schorste de dwangsom omdat de maatregel ook voor klanten op Curaçao voelbaar zouden zijn en niet alleen op Bonaire. De rechter herkende "een daadwerkelijk verschil van inzicht over de passende handhavingspraktijk".

In 2015 deed zich ook al een meningsverschil voor in een zaak met ENNIA. Ook toen bleek de bevoegdheid beperkt en werd DNB in het ongelijk gesteld. Nederlands minister Jeroen Dijsselbloem voerde in april 2016 nog wel een wetswijziging door, maar die gaat niet verder dan het af kunnen dwingen van informatie voor vestigingen buiten de bijzondere Nederlandse gemeenten.

Bronnen

[bewerken]