Naar inhoud springen

Opinie: DENKs politieke rondreis door Suriname

Uit Wikinieuws
Klik hier om zelf een nieuwsartikel te schrijven.

21 oktober 2017 

DENKs politieke rondreis door Suriname

De Nederlandse politieke partij DENK maakt een vijfdaagse politieke rondreis door Suriname. Ze is daar met de drie huidige Tweede Kamerleden en met Gladys Albitrouw, een bestuurslid met zelf Surinaamse roots.[1]

Doel

Er zouden in Nederland "verdeel- en heersstrategieën" bestaan die mensen met gemeenschappelijke belangen van elkaar scheiden. DENK is daarom in Suriname om "bruggen te slaan," zo laat ze de media weten.[2] De politici bezoeken er projecten die door Nederland zijn gefinancierd via het Twinning-project en voeren gesprekken met Surinaamse politici, onder wie minister Yldiz Pollack-Beighle van Buitenlandse Zaken.[3]

Thema's

In Suriname heeft DENK allerlei zaken ontdekt waar ze Nederland verantwoordelijk voor houdt. De parlementariërs maken zich zorgen omdat Nederland onvoldoende spijt zou hebben getoond over de slavernij in Suriname, die daar in 1863 werd afgeschaft.[1] DENK wil dat Nederland dit compenseert door cultureel erfgoed in Suriname te betalen.[1] Ook zit er nog asbest in huizen die voor de onafhankelijkheid in 1975 zijn gebouwd. Volgens DENK is het de verantwoordelijkheid van Nederland om deze eruit te verwijderen.[4]

Maar ook is er nog een claim van 31 miljoen gulden (14 miljoen euro). Sandew Hira, alias Dew Baboeram, schreef een boek waarin hij stelt dat Nederland dit bedrag zou hebben gestoken in de Binnenlandse Oorlog (1986-1992).[5] Tegen de achtergrond speelt dat minister Pronk (PvdA) toen voedselhulp financierde die het Zeister Zendingsgenootschap in de binnenlanden heeft bezorgd. Het junglecommando van Ronnie Brunswijk kreeg toen ook voedsel en – in ruil voor veiligheid – zelfs cheques waar wapens voor werden gekocht.[6][7][8][9] Humphry Jeroe van het Comité Nabestaanden en Slachtoffers van Politiek Geweld wil dat DENK bij Nederland herstelbetalingen eist. Volgens surinamist Hans Buddingh' heeft Nira in zijn boek echter op verschillende punten "geen helder beeld", onder meer bij zijn ontkenning van de schuld van Bouterse bij de Decembermoorden, waarbij zelfs zijn eigen broer (John Baboeram) werd vermoord. DENK zoekt niet verder en heeft geen twijfel, Nederland is schuldig en zal voor zijn aandeel in de oorlog moeten boeten.[5]

Ontvangst

Diverse actiegroeperingen zijn blij met de aandacht, nu DENK er een podium aan geeft. Maar er wordt ook getwijfeld aan de oprechtheid. Stuart Rahan, journalist bij het Surinaamse dagblad De Ware Tijd, zette een aantal overdenkingen op een rij.

Hij herinnert zich dat Kuzu en Öztürk, nadat ze de PvdA uit waren gezet, Sylvana Simons hadden binnengehaald. Simons is van Surinaamse komaf en werd in Nederland bekend van radio en televisie. Voordat zij echter de zetelwinst voor de heren kon binnenhalen, was ze alweer vertrokken. "DENK appelleert aan boosheid en gedijt bij polarisatie," aldus Simons. Volgens haar zou het vergroten van de onderbuikgevoelens door DENK slechts een kortstondige politieke winst opleveren, maar de Nederlandse samenleving op de lange duur uit elkaar drijven.[10]

Rahan herkent een verband tussen Simons' woorden en het huidige politieke bezoek: "DENK weet in roerige wateren goed te vissen ... Hun verwoede pogingen nu komen voort uit politiek opportunisme," zo betoogt hij in zijn column. Hij heeft ze nooit gehoord in discussies rondom het slavernijverleden, terwijl die al jaren worden gevoerd, en ook bij de Zwarte-Piet-discussies gaven ze niet thuis. Hij trekt hun motief in twijfel. Hij denkt dat de betrokkenheid bij het lot van de afstammelingen van "Afrikaanse slaafgemaakten" niet oprecht is.[10]

Maar zijn ze dan misschien betrokken bij het lot van Turken en andere Nederlanders van Turkse komaf? Komen ze op voor hun vrijheid van meningsuiting en strijden ze voor meer rechtvaardigheid in Turkije? Te verwachten zou zijn dat ze met een kritische blik zouden kijken naar het land waar hun eigen wortels liggen. De oprichting van hun partij komt zelfs voort uit het willen uiten van hun eigen politieke mening. President Erdoğan heeft de media in zijn land zo ongeveer monddood gemaakt en kritische journalisten achter slot en grendel gezet. Volgelingen van Gülen – al worden ze daar alleen nog maar van verdacht – ondergaan eenzelfde lot. De heksenjacht tegen ze gaat over de grenzen heen en daarnaast zijn toeristen met een mening in Turkije niet zeker van hun vrijheid.[10]

DENK laat zich echter niet uit over de misstanden in Turkije.[10] De Armeense genocide wordt door de partij zelfs ontkend.[11] Ze zijn vandaag betrokken bij het lot van Surinamers in relatie tot Nederland. Hier zijn bruggen te slaan. Of deze morele steun oprecht is, wordt echter niet door iedereen geloofd.[10]